Monday, July 30, 2007

Mérida, Chichén Itzá en Celestún

Mérida is eerder een stad met vergane glorie. We kwamen nog op een paar pleintjes die iets romantisch uitstraalde maar daarnaast is de stad weinig aantrekkelijk.

Omdat we nog 3 dagen in Mérida hadden voor we onze vlucht daar naar Monterrey terug moesten nemen maakten we 2 daguitstappen. De eerste bracht ons naar Chichén Itzá, het nieuwste wereldwonder. Massaal veel toeristen worden er met bussen aan- en afgevoerd. Het is een mooie site, maar het staat toch ergens onderaan op mijn lijste van ruïnes.

De tweede daguitstap was naar Celestún. Een zalige laatste dag aan de Golf van Mexico. 2 uurtjes playa en een boottocht in het nationaal park met verschillende vogelsoorten.

Onze laatste avond brachten we door met twee Belgische en drie Mexicanen in het Mambo Café.















San Cristóbal de las Casas, Palenque en Yaxchilán

San Cristóbal de las Casas was de mooiste stad die we hebben bezocht. Daar leeft een groot aantal van de inheemse indianenbevolking en de mensen lopen er nog rond in typische klederdracht. San Cristóbal heeft ook een boeiend nachtleven. Maar toen ons verleidelijk gratis drank werd aangeboden, sloegen de beesten in mijn buik toe. Die nacht was pijnlijk en praktisch slapeloos.












Na een dag platte rust stond Palenque op het programma. Een van de mooiere ruïnes uit het Mayatijdperk. We sliepen er aan de rand van de 'jungle' in een soort dorpje van verschillende cabanas. De zwerm beesten die opvlogen als je het licht aandeed in de slaapkamer moest ik er maar bijnemen.

De dag erna gingen we naar de ruïnes van Yaxichilán en Bonampak aan de grens met Guatemala. Yaxichilán is enkel bereikbaar met de boot omdat die in de jungle ligt. Het was fantastisch om te zien hoe de Maya's zoiets groots hebben kunnen optrekken in de broesse.








Oaxaca, Monte Alban en Puerto Escondido

Het levendige Oaxaca was een aangename kennismaking met de typische zuiderse steden van Mexico. Op dag 1 dwaalden we een beetje rond in de kleine kleurrijke straatjes en op de plaatselijke markt. 's Avonds waagden we ons aan een glaasje mezcal, een lokaal drankje met meestal een dode worm in de fles. Wij proefden het met een schorpioen in, spraf spul!

Dag 2 in Oaxaca huurden we een fiets om de naar de ruïnes van Monte Albán te fietsen, om toch maar niet zoals de massa de autobus turistico te nemen. De nammidag werd een eerder geïnproviseerde fietstocht aangezien het topografische kaartje dat we meekregen toch niet alles was. Maar zo zagen we toch eens plaatsen waar normaal geen toerist komt...















Een lange draaiende bergrit bracht ons vervolgens naar Puerto Escondido, een havendorpje aan de Pacifische Oceaan. Dit staat vooral bekend voor zijn strand met hoge draaiende golven waar surfers hun kunnen op uitleven. Het dorpje zelf was toeristischer dan verwacht, wat zijn charme een beetje verminderde.

Thomas zorgde ervoor dat we in de ochtend met een plaatselijke visser de zee op mochten. Maar de vissen waren ons niet gunstig die dag, geen één vis hapte toe. Dolfijnen, schildpadden, pelikanen en vliegende vissen zagen we wel.